© (overgenomen uit
Hondensport en Sporthonden editie 1999-2)
|
|
IPO- en KNPV-africhtingsprogramma’s
zijn bij de meeste liefhebbers van de hondensport bekend. Toch zijn er naast
deze bekende africhtingsvarianten nog andere verenigingen in Nederland en
België actief. Verenigingen die niet bij iedereen bekend zijn. Hondensport
& Sporthonden zal met regelmaat deze africhting- en hondensportverenigingen
bij de lezers introduceren.
|
|
Het is 20 februari 1999, een zaterdag,
dus ook een dag waarop menig africhter en hondensporter zich met overgave wijdt
aan zijn hobby. Zo ook verschillende leden van de Bond voor Hondendressuur in
Nederland. Wij arriveren bij het terrein van HSV Denekamp (vlakbij de
Duits/Nederlandse grens) waar niet alleen de eigen leden maar ook andere leden
van de BHN zich hebben verzameld om ten behoeve van ‘Hondensport &
Sporthonden’ een demonstratie van het keuringsprogramma te verzorgen. Albert
van de Graaff. belast met PR en communicatie van de BHN, toont zich een
voortreffelijk gastheer. Als we zo om ons heen kijken zien we voornamelijk
Hollandse Herders, Mechelaars en Duitse Herders.
Afdeling 1
wordt ook wel ‘lichte klasse’ genoemd en bestaat voornamelijk uit appèl en
volgoefeningen. Oefeningen in deze klasse zijn o.a. volgoefeningen
(aangelijnd/los en links/rechts), apporteren van een ijzeren voorwerp, op
commando blaffen en stil zijn en het weigeren van toegeworpen voedsel. De
springoefeningen in deze klasse bestaan uit : een haag van 1 meter, een
schutting van 1,75 meter en een breedtekuil van 2,25 meter. Tevens moet de hond drie kleine
voorwerpen opzoeken en apporteren in een veld van 100 vierkante meter.
Afdeling 2
wordt ook wel ‘overgangsklasse’ genoemd en hierin staan de appèloefeningen,
het waterwerk, speuren en revieren centraal.
|
|
Het certificaat I
bestaat allereerst uit de oefeningen uit afdeling 1 en 2. Hieraan wordt afdeling
III toegevoegd waar de steloefeningen een belangrijke rol spelen :
Het certificaat II is een uitbreiding op certificaat I. De volgorde van de oefeningen is daarnaast ook gewijzigd. Een extra oefening is de ‘schijnaanval’, waarbij de hond wordt ingezet maar niet mag inbijten omdat de pakwerker blijft stilstaan. De steloefeningen vinden plaats met een ‘lopende start’ dat wil zeggen dat de commando’s ‘halt’ en ‘stellen’ worden gegeven tijdens het lopen met de hond. Een ander verschil in vergelijking met certificaat I is dat bij het transport lopen een afstand van ca. 3 meter achter de pakwerker in acht wordt genomen.
Het diploma Speurhond
kent naast de oefeningen van afdeling 1 een viertal onderdelen :
|